Glucose; ATP
ATP is de energie bron voor de cel
bron; inimg.com/originals/c0/d2/3a/c0d23ae90271247fa0f6313cd108a935.jpg
waarom is het nodig?
Een levende cel bericht drie soorten vormen van arbeid:
1. mechanische arbeid; (het trillen van flagellen, samentrekken Vande spiercellen, cytoplasma vorming en het bewegen van de chromosomen tijdens mitose
2. transport arbeid: het pompen van stoffen door membranen
3. chemische arbeid: het aandrijven van anabole (opbouwende) processen.
Om al deze verschillende soorten arbeid te kunnen verrichten, heeft de cel energie nodig. Adenosinetrifosfaat (ATP) is een directe energiebron voor de cel. Het zet de celactiviteit aan.
Wat is ATP en ADP
ATP transporteert energie. Zoals je op de afbeelding hierboven ziet, bestaat ATP uit drie fosfaat groepen, adenosine en een ribose suiker. De binding tussen de adenosine en fosfaat groep 1 is het zwakst.
een splitsing op deze plaats zal bijvoorbeeld minder energie opleveren dan een splitsing tussen fosfaat groep 1 en twee. de binding tussen 1 en twee zijn namelijk veel sterker.
De bindingen tussen fosfaat groep twee en drie zijn het sterkst, dit is waarom een splitsing ook altijd daar plaats vindt.
een werkende cel gebruikt veel ATP, maar gelukkig kan dit ook opnieuw gebuikt worden. Wanneer er, tijdens het vrijkomen van energie, een fosfaatgroep wordt afgesplitst, ontstaat er ADP. (Een ATP met twee fosfaat groepen in plaats van drie).(zie afbeelding)
Als er dan weer Pi (fosforzuur) aan ADP toegevoegd wordt, krijgt het zijn drie fosfaat binding weer terug en wordt het opnieuw "opgeladen" tot een ATP.
Oxidatie van glucose
om ATP te verkrijgen is er glucose (of een andere vorm van energie) nodig. Bij de verbranding van glucose, zorgt NAD+ ervoor dat de elektronen van het molecuul geaccepteerd worden. Wanneer deze reactie plaatsvindt, ontstaat er NADH, die vervolgens weer gebruikt wordt om de elektronen te doneren.
De elektronen die opgeslagen zijn door de NADH, bereiken zuurstof doormiddel van een explosie reactie. (Dit doordat de water elektronen dichter naar het elektronen-negatieve zuurstof schuift). Er ontstaat dan energie in de vorm van ATP.
De cyclussen waarin deze reacties plaats vinden worden de glycose, citroenzuurcyclus en de elektronen transportketen genoemd. Waar het molecuul stapsgewijs steeds verder gekataliseerd wordt.